/bijeenkomsten/poezie-en-wetenschap
Op zoek naar de mogelijke raakvlakken tussen wiskunde en poëzie. In deze reeks wordt onderzocht in hoeverre de talen en methoden van poëzie en wetenschap elkaar overlappen en elkaar zouden kunnen bevruchten.
Raakvlakken tussen wiskunde en poëzie
Dezelfde taal spreken
Was er ooit een tijd dat men in kunst en wetenschap dezelfde taal sprak? Vóór de Middeleeuwen hanteerden dichters, geleerden en filosofen één taal om zich te verwonderen over de wereld, maatschappelijke kwesties aan de orde te stellen en over de aard van de kosmos te speculeren. Na de Middeleeuwen zijn de talen waarin de verschillende wetenschappen zich uitdrukken, van elkaar af gedreven, met als gevolg dat beoefenaars ervan elkaar vaak niet meer verstaan.
Metaforen en verbeelding
Volgens classicus en dichter Piet Gerbrandy is dit niet alleen jammer, maar ook opmerkelijk, omdat we als mensen uiteindelijk allemaal gebruikmaken van dezelfde cognitieve vermogens: we denken in analogieën en metaforen, we ervaren causale verbanden die soms moeilijk aantoonbaar zijn en maken volop gebruik van onze verbeelding – of we nu muziek maken, gedichten schrijven, wetten ontwerpen of wiskunde bedrijven.
Over de reeks
Op initiatief van Gerbrandy organiseert de Akademie van Kunsten drie avonden waarop onderzocht wordt in hoeverre de talen en methoden van poëzie en wetenschap elkaar overlappen en elkaar zouden kunnen bevruchten.
Wiskunde en poëzie
Op 27 november vindt de eerste bijeenkomst plaats. Die avond onderzoeken we de mogelijke raakvlakken tussen wiskunde en poëzie.
Programma
Mathematicus Walter van Suijlekom en mediëvist Frits van Oostrom houden korte lezingen, de dichters Rozalie Hirs en Nachoem M. Wijnberg lezen voor uit eigen werk. Onder leiding van classica Tazuko van Berkel gaan zij vervolgens in gesprek met elkaar en met de zaal. De reeks van drie avonden wordt kort geïntroduceerd door dichter en classicus Piet Gerbrandy.
Het verhaal uit het Bijbelboek Genesis vertelt van de toren van Babel, die door mensen gebouwd werd om te reiken tot aan de hemel. Deze hoogmoed ging in tegen de wil van God, en daarom strafte hij de bouwende mensen door hen te veranderen in verschillende volken die zich verspreiden over de wereld en verschillende talen spreken.
Pieter Brueghel I schilderde de toren van Babel omstreeks 1560, het werk is onderdeel van de collectie van Museum Boijmans van Beuningen.