/fondsen-en-prijzen/gilles-holst-medaille
De Gilles Holst Medaille erkent wetenschappers met grote verdiensten op het gebied van de toepassingsgerichte natuurkunde of de scheikunde.
Vakgebieden
Toepassingsgerichte natuurkunde of de scheikunde, bij voorkeur op het grensgebied van beide wetenschappen.
Voor wie?
Wetenschappers in het Koninkrijk der Nederlanden met grote verdiensten op het gebied van de toepassingsgerichte natuurkunde of de scheikunde, bij voorkeur op het grensgebied van beide wetenschappen.
Wie kan nomineren?
Universiteiten, onderzoeksinstituten en individuele wetenschappers in Nederland kunnen kandidaten nomineren.
Denk vooral ook aan vrouwen in de wetenschap die in aanmerking komen voor deze Medaille.
Gilles Holst Medaille 2023
De Gilles Holst Medaille 2023 is toegekend aan Petra de Jongh, hoogleraar katalyse en materialen voor duurzame energie aan de Universiteit Utrecht. De uitreiking vond plaats op 29 januari 2024 in het Trippenhuis in Amsterdam.
Over de Gilles Holst Medaille
De Gilles Holst Medaille is in 1960 door de KNAW ingesteld als eerbetoon aan natuurkundige en Akademielid prof. dr. Gilles Holst (1886-1968) ter erkenning voor een in het Koninkrijk der Nederlanden werkzame onderzoeker met grote verdiensten op het gebied van de toepassingsgerichte natuurkunde of de scheikunde, bij voorkeur op het grensgebied van beide wetenschappen. De Gilles Holst Medaille wordt eens in de vier jaar uitgereikt. De laureaat ontvangt een zilveren vergulde medaille.
Petra de Jongh, hoogleraar katalyse en materialen voor duurzame energie aan de Universiteit, wint de Gilles Holst Medaille 2023. De jury prijst haar interdisciplinaire aanpak, haar onvermoeibare zoektocht naar kennis en de industriële toepassingen die voortkomen uit haar onderzoek naar nanomaterialen. Denk hierbij aan praktische, circulaire oplossingen voor een duurzame energietransitie en de ontwikkeling van een nieuwe generatie batterijen. De Jongh is de eerste vrouwelijke winnaar van de Gilles Holst Medaille.
Katalysatoren
De expertise van De Jongh strekt zich uit over vele gebieden. Zij doet fundamenteel onderzoek naar nanomaterialen die gebruikt kunnen worden als katalysator, of voor het opslaan en omzetten van duurzame energie. Haar onderzoek richt zich met name op de rol van katalysatoren – stoffen die chemische reacties versnellen, zonder zelf verbruikt te worden – bij het mogelijk maken van efficiënte chemische omzettingen. Dit soort katalysatoren zijn van cruciaal belang voor het produceren van duurzame brandstoffen en chemische bouwstenen. Daarbij worden fossiele grondstoffen zoals olie of gas vervangen door circulaire grondstoffen, zoals groene waterstof gecombineerd met koolstof uit afval, biomassa of koolstofdioxide.
Naar een duurzame energietransitie
Met behulp van geavanceerde methoden onderzoekt De Jongh de relatie tussen de structuur en effectiviteit van katalysatoren. Haar onderzoek maakt de weg vrij voor nieuwe processen, zoals bijvoorbeeld duurzame methanol-, koolwaterstof- of ammoniaksynthese, de sleutelprocessen op weg naar de circulaire economie. Bovendien staan De Jongh en haar team aan de voorhoede van de ontwikkeling van een nieuwe generatie batterijen die veiliger, lichter en efficiënter zullen zijn. Dergelijke vooruitgang is van groot belang voor een duurzame energietransitie.
Chemicus Andries Meijerink, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, wint de Gilles Holst Medaille 2019. Meijerink krijgt de prijs voor het modelleren, maken en karakteriseren van nieuwe lichtgevende materialen die onder andere verlichting en zonnecellen efficiënter laten werken.
Internationaal vermaard expert
Andries Meijerink, hoogleraar scheikunde van de vaste stof en verbonden aan het Debye Instituut voor Nanomaterialen van de Universiteit Utrecht, is een internationaal vermaard expert in het ontwerpen, samenstellen en doorgronden van materialen die licht uitzenden. Zijn onderzoek is essentieel voor de overgang naar een duurzame samenleving, waarin efficiënte verlichting en de omzetting van zonlicht in elektriciteit een cruciale rol spelen.
Meijerink bestudeert kristallijne vaste stoffen en nanokristallen waaraan speciale lichtgevende ionen zijn toegevoegd. Hij ontwikkelt een nieuw lichtgevend materiaal, maakt dat materiaal in het lab, analyseert het materiaal vanaf het niveau van individuele atomen tot aan de eigenschappen van het complete materiaal, en vertaalt vervolgens zijn bevindingen naar een praktische toepassing. Meijerinks werk heeft geleid tot nieuwe fundamentele inzichten in de kwantummechanische interacties tussen ionen. Hij heeft die inzichten ook gebruikt voor praktische toepassingen, bijvoorbeeld om de lichtopbrengst van rode ledlampjes te vergroten.
Over de laureaat
Andries Meijerink (1963) promoveerde in 1990 cum laude aan de Universiteit Utrecht en werkte daarna als postdoc aan de Universiteit van Wisconsin, Madison (VS). Na zijn terugkeer naar Utrecht werd hij in 1996 benoemd tot voltijds hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, waar hij van 2004 tot en met 2007 decaan van de Faculteit Scheikunde was. Sinds 2009 is hij lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Hij publiceerde meer dan 330 artikelen en is houder van tien patenten.
Gedurende zijn carrière heeft Andries Meijerink meerdere zware bestuursfuncties gecombineerd met wetenschappelijk onderzoek van hoog niveau, waarvoor hij onder andere beloond is met de Centennial Award for Luminescence and Display Materials van de Electrochemical Society, de Gouden Medaille van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, en de Shell Incentive Award. Daarnaast is Meijerink een zeer bevlogen en geliefd docent, wat onder meer blijkt uit het feit dat hij in de afgelopen twaalf jaar al zeven keer de onderwijsprijs voor de beste eerstejaarsdocent kreeg van de Utrechtse Scheikundige Studentenvereniging Proton.
Paul Blom en Dago de Leeuw van het Max Planck Institute for Polymer Research Mainz hebben de Gilles Holst Medaille 2015 ontvangen. De prijs is aan hen toegekend voor hun onderzoek op het gebied van de moleculaire elektronica.
Dat onderzoek, op het grensvlak van natuurkunde en scheikunde, heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe materialen en de toepassing daarvan in apparaten, zoals OLED-beeldschermen.
De jury over Blom en De Leeuw
‘Het gezamenlijke onderzoek van Paul Blom en Dago de Leeuw laat prachtig zien hoe complementaire kennis op het gebied van scheikunde en natuurkunde en samenwerking tussen industrie en wetenschap kunnen leiden tot wetenschappelijke doorbraken en nieuwe toepassingen.’ De jury bestond uit KNAW-leden Andries Meijerink (voorzitter), Reinder Coehoorn en Joost Frenken en Nathalie Katsonis van De Jonge Akademie.
Over de laureaten
Paul Blom en Dago de Leeuw zijn pioniers op het gebied van de moleculaire elektronica. Hun gezamenlijke onderzoek – bij Philips Research, de Universiteit Groningen en (sinds 2012) het Max Planck Institute voor Polymer Research in Mainz – heeft geleid tot fundamenteel inzicht in organische halfgeleiders. Hun onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in een indrukwekkend aantal artikelen in toonaangevende tijdschriften en hebben meerdere octrooien opgeleverd. Het door Blom en De Leeuw verworven inzicht staat aan de basis van een breed scala van gerealiseerde en toekomstige toepassingen, zoals OLED-displays, organische zonnecellen en organische computerchips. Hun onderzoek strekt zich uit van de ontwikkeling van nieuwe materialen, tot het verwerven van inzicht in de elektronische eigenschappen van die materialen en het toepassen ervan in apparaten.
Blom en De Leeuw wonnen voor hun gezamenlijke werk tal van prijzen en werden door Thomson Reuters vermeld in de top honderd van The World’s Most Influential Scientific Minds 2014.
Dick Broer, hoogleraar Functionele Organische Materialen aan de TU Eindhoven, heeft de de Gilles Holst Medaille 2011 ontvangen voor zijn onderzoek op het gebied van vloeibaar kristallijne materialen. Zijn internationaal zeer gewaardeerde onderzoek heeft geleid tot tal van innovaties, van lcd-beeldschermen en biosensoren tot op licht reagerende materialen voor zonne energie en architectuur.
Uit het juryrapport
“Met deze prijs wordt erkenning gegeven aan de combinatie van Broers hoogstaand en internationaal zeer gewaardeerd wetenschappelijk onderzoek met een hoge mate van originaliteit en inventiviteit […]. De grote en breed gedragen waardering voor deze excellente onderzoeker wordt onderschreven door het feit dat hij meervoudig is genomineerd voor de Gilles Holst Medaille 2011, door verschillende wetenschappers vanuit verschillende onderzoeksorganisaties.” De jury was unaniem in haar oordeel.
Over de laureaat
Professor dr. D. J. Broer (1950) is sinds 1996 verbonden aan de faculteit Scheikundige Technologie van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Van 1996 tot 2010 was hij deeltijdhoogleraar aan genoemde faculteit, een functie die hij combineerde met een loopbaan bij Philips. Van 2004 tot 2010 was hij vicepresident van Philips Research, sinds begin 2010 is hij voltijds hoogleraar aan de TU/e. Professor Broer ontving eerder onder andere de Gilles Holstprijs van Philips Research en de Pieter Jan Lemstra Invention Award van het Dutch Polmyer Institute, het technologisch topinstituut polymeren. Dick Broer is sinds 2010 lid van de KNAW.
Jaap Boon kreeg de Gilles Holst Medaille 2007 voor zijn bijdrage aan massaspectrometrisch onderzoek naar de oorsprong van verouderingsverschijnselen van kunst.
Sinds 1983 heeft Jaap Boon zich onderscheiden als pionier op het gebied van innovatieve aspecten van de massaspectrometrie van vaste stoffen en composieten. Begin jaren negentig startte hij studies naar verouderingsprocessen in schilderijen met behulp van massaspectrometrie. Professor Boon ontdekte, in samenwerking met onder andere het Koninklijk Kabinet voor Schilderijen Het Mauritshuis in Den Haag, de moleculaire oorsprong van een aantal belangrijke verouderingsgerelateerde chemische veranderingen in olieverf. Dit uit zich in schilderijen als textuurverandering, verflaagvervorming, korstvorming, verfverlies, toegenomen transparantie en verdonkering door metaalzeepvorming. Dit onderzoek kreeg vorm in diverse NWO- en FOM-onderzoeksprogramma's, waarin het Oranjezaal-onderzoeksteam van SRAL, het Van Gogh Museum, het Kröller-Müller Museum, de Tate Gallery en het Courtauld Institute of Art in Londen, en het Canadian Conservation Institute in Ottawa participeerden.
Het bijzondere aan het onderzoek van professor Boon is dat het in nauwe samenwerking met restauratoren dicht op de toepassing in de kunst plaatsvond en een sterk interdisciplinair karakter bezit. Veel van de gebruikte technieken werden door hem en zijn team verder ontwikkeld en geperfectioneerd. Monsters van slechts enkele kubieke micrometers worden uit de kostbare schilderijen geprepareerd voor het massaspectometrisch en chemisch microscopisch onderzoek. Het zichtbaar maken van de verfcomponenten en hun reactiviteit in verflagen heeft het inzicht radicaal veranderd en verdiept. Momenteel werken professor Boon en zijn medewerkers aan een manier om in bedrijfsvorm de door hun ontwikkelde kennis te over te dragen en voor derden onderzoek te verrichten naar verouderingsprocessen in kunst.
Over de laureaat
Na zijn studie geochemie aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1974 cum laude afstudeerde, promoveerde Boon in 1978 bij professor Schenck aan de Technische Universiteit Delft op een proefschrift Molecular biochemistry of lipids in four natural environments. Na werkzaamheden bij het NIOZ en de universiteit van Californië in Berkeley, startte Jaap Boon in 1983 bij het FOM-Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica in Amsterdam. Sinds 1989 is hij tevens als bijzonder hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Amsterdam.
Reinder Coehoorn en Wim de Jonge hebben de Gilles Holst Medaille 2000 ontvangen voor hun gezamenlijke bijdrage aan het inzicht in het 'Giant Magneto Resistance' effect en hun werk op het gebied van tunnelmagnetoweerstand.
Het gebied van het onderzoek van Coehoorn en De Jonge is dat van elektrische geleiding in gelaagde magnetische nanostructuren. Dit gebied kent niet alleen fundamentele uitdagingen maar is tevens van groot belang vanwege de voortdurende behoefte in de informatietechnologie aan vergroting van de opslagdichtheden.
Coehoorn en De Jonge hebben zeer belangrijke bijdragen geleverd aan het inzicht in het 'Giant Magneto Resistance' effect zowel en aan de toepassing daarvan in magnetische leeskoppen. Daarnaast ontwikkelden Coehoorn en de Jonge de technologie voor schakel- bare tunneljuncties, gebaseerd op de tunnelmagnetoweerstand. Deze zeer geavanceerde technologie, voor het deponeren van lagen met (sub)nanometer dikte en goed gedefinieerde grensvlakken is door Coehoorn en De Jonge in hoog tempo ontwikkeld.
Over de laureaten
Reinder Coehoorn (1956) studeerde experimentele fysica aan de Vrije Universiteit Amsterdam en promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen op het onderwerp Electron dispersion relations in solids:angle resolved photoelectron spectroscopy and band structure calculations. Vanaf 1985 werkt Coehoorn als onderzoeker bij Philips Research Laboratories in Eindhoven. Vanaf 1998 is de heer Coehoorn aangesteld als deeltijd hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven binnen de groep van Fysica van Nanostructuren.
Wim de Jonge (1940) studeerde elektrotechniek en promoveerde bij de faculteit Technische Natuurkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven (TUE) op een onderzoek op het gebied van de kernspinresonantie. In 1979 werd hij benoemd als hoogleraar in de Experimentele Natuurkunde aan de TUE. Sinds 1997 is hij decaan van de faculteit Technische Natuurkunde.
1996
W.H.J. Boesten
1992
G. Blasse
1988
R.J. van Duinen en H.J. Habing
1976
P.M. de Wolff
1971
J.D. Fast
1967
M.C. Teves
1963
W.G. Burgers