/nieuws/drie-wetenschappers-en-hun-strijd-tegen-auto-immuunziektes
Drie jonge wetenschappers vertellen over hun onderzoek naar auto-immuunziektes. Voor hun voorgestelde onderzoek ontvangen ze alle drie een bijdrage uit het De Boer-van Staveren Fonds. De KNAW ondersteunt hiermee innovatief, fundamenteel onderzoek op het gebied van auto-immuunziekten.
Nienke Oskam – Onderzoeker bij Sanquin
‘Ik ga onderzoek doen naar reumafactoren. Dit zijn stofjes in het bloed die vaak voorkomen bij mensen met een vorm van reuma, maar ook bij patiënten met andere auto-immuunziektes en soms zelfs bij gezonde mensen. Ik wil onderzoeken hoe deze reumafactoren zich in een lichaam ontwikkelen vóór dat dit leidt tot reuma. Hiervoor gebruik ik de data van een specifieke groep bloeddonoren, namelijk mensen die de afgelopen 10 jaar bloed hebben gedoneerd en later symptomen van reuma kregen.
Door het bloed te analyseren in de periode voordat ze daadwerkelijk klachten kregen, hopen we te zien hoe die reumafactoren zich toen gedroegen. Hier is nog weinig onderzoek naar gedaan. Door dit bloed te analyseren kunnen we verschillende puzzelstukjes bij elkaar leggen en weer een beter beeld krijgen van de ontwikkeling van reuma. En dus indirect ook bijdragen aan een mogelijke diagnose en behandeling.
Ik ben erg blij met de bijdrage van het De Boer-van Staveren Fonds van de KNAW. Met het geld kan onder meer een onderzoeks-analist betaald worden die mij bij het onderzoek gaat helpen.
Het immuunsysteem is een fascinerend iets. Het helpt je gezond te blijven, maar kan zich ook tegen je keren. Wat daar in het midden gebeurt is heel interessant. Het is een heel complex systeem, dat we nog niet volledig snappen. Het mooie van een onderzoek als dit is dat uitkomsten en processen ook weer bij kunnen dragen aan het begrijpen en behandelen van andere auto-immuunziektes.’
Nina Fransen – Neuropatholoog in opleiding in Amsterdam UMC
‘Ik doe onderzoek naar Anti-IgLON5 gemedieerde ontsteking van de hersenen. Dit is een recent ontdekte zeldzame maar behandelbare vorm van dementie, die ontstaat door een auto-immuun-ontsteking in de hersenen. Patiënten hebben onder andere klachten van slaapstoornissen, spraak- en coördinatieproblemen. Deze ziekte is nog redelijk onbekend waardoor er aanvankelijk een verkeerde diagnose wordt gesteld: de symptomen lijken erg op andere neurologische ziektes, zoals onder andere ALS.
De ziekte kenmerkt zich door een uniek antilichaam in het hersenvloeistof. Ik ga naar dit antilichaam zoeken in hersenvloeistof van patiënten die hun hersenen hebben gedoneerd voor onderzoek. Het gaat hierbij om hersenmateriaal van patiënten met klachten die bij deze ziekte passen: iemand met een slaapstoornis of die als diagnose ALS had, maar die mogelijk anti-IgLON5- auto-immuunziekte bleek te hebben.
De identificatie van hersenen met anti-IgLON5 ziekte zal meer inzicht geven in het klinische spectrum van deze auto-immuunziekte. Wat neurologen vervolgens weer zal helpen in hun klinische diagnose van de ziekte.
Daarnaast ontstaan er bij deze auto-immuun ziekte in de hersenen eiwitophopingen die we ook zien bij andere neurodegeneratieve ziekten. De analyse van dit hersenweefsel geeft daarom niet alleen meer inzicht in de behandeling van anti-IgLON5-Ziekte, maar waarschijnlijk ook in mechanisme die een rol spelen bij het ontstaan van andere neurodegeneratieve ziekten, zoals Alzheimer.
De bijdrage uit het De Boer-van Staveren Fonds is erg welkom. Ik ga het gebruiken voor het materiaal van mijn onderzoek, zoals het gebruik van laboratoriumapparatuur voor de weefsel analyse en de aanvraag van weefsel uit de Nederlandse Hersenbank.’
Shahab Abtahi, universitair docent Universiteit Utrecht
‘Reumatoïde artritis (RA), door de meeste mensen ‘reuma’ genoemd, is een auto-immuunziekte die veel voorkomt en de oorzaak is onbekend. Momenteel is er geen medicijn dat kan voorkomen dat RA ontstaat of de ziekte kan vertragen.
De afgelopen jaren is het gebruik van ‘real-world data’ in het onderzoek naar de veiligheid en effectiviteit van medicijnen toegenomen. Dit zijn gegevens over de medicijnen van patiënten die anoniem worden verzameld.
Ik heb een methode ontwikkeld voor een studie met behulp van dit soort data. Hiermee ga ik op zoek naar medicijnen die het risico op nieuwe gevallen van RA verlagen. Het gaat dus om medicijnen die eigenlijk voor andere doelen zijn ontwikkeld. Mijn stappenplan bestaat uit drie stappen: een nieuw medicijn-signaal detecteren, dit bevestigen en vervolgens valideren.
Als eerste doe ik een studie met datasets van het PHARMO-instituut in Utrecht. Dit zijn specifieke datasets, met anonieme gegevens uit de gezondheidszorg in Nederland. Denk aan data van apotheken, huisartsen, en ziekenhuizen. Met speciale methoden kunnen we er achter komen of een persoon bepaalde medicijnen gebruikt die kunnen helpen bij het voorkomen voor reuma.
Vervolgens check ik de resultaten hiervan bij een grotere databanken, namelijk met data van Britse en Deense medische- en zorginstellingen. Om ten slotte deze weer te valideren met data van een Britse databank met genetische data.
Het ontwikkelen van een nieuw medicijn vanaf de start is enorm kostbaar en kost vaak heel veel tijd. Met mijn methode hoop ik eerder een medicijn te vinden dat mensen met reuma kan helpen.
Met de bijdrage van het De Boer van Staveren Fonds kan ik onder meer de benodigde data aanvragen en een student-assistent aanstellen die me met de analyse helpt. Daarnaast is het fijn om te zien dat dit werk en deze methode belangrijk wordt gevonden.’