/nieuws/knaw-kiest-17-nieuwe-leden
De KNAW heeft 17 nieuwe leden gekozen: 16 gewone leden en een buitenlands lid. De circa 600 leden van de KNAW zijn vooraanstaande wetenschappers uit alle disciplines. Een lidmaatschap is voor het leven. Op maandag 30 september worden de nieuwe Akademieleden geïnstalleerd.
Nieuwe leden
Thijn Brummelkamp
Hoogleraar experimentele genetica aan de Universiteit Utrecht en groepsleider bij het NKI en het Oncode Instituut
Thijn Brummelkamp deed belangrijke ontdekkingen in de biomoleculaire wetenschappen. Zo ontwikkelde hij diverse technieken om genen uit te schakelen, waaronder een unieke methode om grootschalig de functie van genen in kaart te brengen die internationaal brede toepassing heeft gekregen. Zijn onderzoek leidde tot de identificatie van essentiële genen voor de overleving van cellen en het uitvoeren van belangrijke functies zoals aanmaak van stoffen of reparatie van het DNA. Ook droeg Brummelkamp’s onderzoeksgroep bij aan de opheldering van het infectie mechanisme van het Ebola- en het Lassa-virus. Brummelkamp heeft laten zien dat hij zijn ontdekkingen om kan zetten in nuttige toepassingen. Hij heeft tien octrooien, en richtte op basis van zijn onderzoek twee succesvolle bedrijven op, onder meer om medicijnen te ontwikkelen geïnspireerd op het samenspel van menselijke genen.
Klarita Gërxhani
Hoogleraar socio-economics aan de Vrije Universiteit Amsterdam
Klarita Gërxhani doet als econoom vernieuwend onderzoek op het grensvlak van economie en sociologie. Haar onderzoek richt zich op instituties, sociale status, en de mechanismen achter gender bias en ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Ook de informele economie, zoals zwart werken, en de wervingsstrategieën van werkgevers hebben haar interesse. In haar onderzoek combineert ze verschillende methoden, waaronder laboratorium- en veldexperimenten en survey data. Zo liet ze met experimenten zien dat vrouwen op een rekentaak even goed presteren als mannen, zolang ze in afzondering kunnen werken. Zodra ze echter horen dat ze met anderen vergeleken zullen worden gaan hun prestaties erop achteruit. Mannen gaan daar juist beter van presteren. Dit heeft te maken met diepgewortelde genderstereotypen met betrekking tot competentie en empathie, toonde Gërxhani aan. Veel van haar onderzoek heeft implicaties voor beleid, bijvoorbeeld om diversiteit en gelijkheid te bevorderen in organisaties: het is niet genoeg om alleen meer vrouwen en mensen met een achtergrond aan te nemen. De stereotypen moeten ook bestreden worden, en de werkregelingen aangepast.
Carla Hollak
Hoogleraar Medicines and Society aan de Universiteit van Amsterdam en Amsterdam UMC
Carla Hollak, internist, heeft haar onderzoek sinds de jaren negentig gericht op zeldzame stofwisselingsziekten bij volwassen patiënten, in het bijzonder de lysosomale stapelingsziekten. In 2004 zette ze een polikliniek op voor volwassen patiënten en ontwikkelde samen met andere UMC’s een netwerk om richtlijnen op te stellen voor de behandeling. Hollak is een groot voorstander van onafhankelijk onderzoek, dat leidde tot internationale publicaties en consensus over doelmatig gebruik van vaak kostbare behandelingen. Die ervaringen zette ze vervolgens in voor onderzoek naar betere toegang en betaalbaarheid van geneesmiddelen voor zeldzame ziekten, waaronder alternatieve routes van productie en vergoeding. Landelijke bekendheid kreeg Carla Hollak toen ze samen met de ziekenhuisapotheek zorgde dat een geneesmiddel voor een zeldzame ziekte beschikbaar bleef door een apotheekbereiding. Dat resulteerde in 2019 in de oprichting van het platform Medicijn voor de Maatschappij. Hollak koppelt hierbij wetenschap aan praktijk: van academische productontwikkeling tot regulatoire toegangstrajecten. Hollak kreeg veel waardering als boegbeeld van maatschappelijk geëngageerde geneeskunde en aanjager van de discussie over de toegankelijkheid en betaalbaarheid van medicijnen.
Jeanine Houwing-Duistermaat
Hoogleraar statistiek aan de Radboud Universiteit
Jeanine Houwing-Duistermaat is statistiek-expert op heel verschillende terreinen, van epidemiologie, biologie, biofysica, biochemie, bioinformatica tot geneeskunde. AI (Kunstmatige Intelligentie) speelt daarbij een steeds grotere rol. Zo komen er uit het biomedisch onderzoek steeds meer en grotere datasets. Het combineren van zulke datasets stelt nieuwe statistische eisen, bijvoorbeeld als de datasets met elkaar moeten worden geïntegreerd, of verkleind. Houwing-Duistermaat is ook specialist in epidemiologische studies waarbij bepaalde observaties ontbreken, of waarbij er een bias zit in de selectie van de deelnemers, bijvoorbeeld als alleen patiënten en hun familie onderzocht zijn, en niet een doorsnee van de bevolking. Haar onderzoek heeft onder meer verbanden aan het licht gebracht tussen specifieke genen en ziekten en tussen gezondheid en levensstijl en luchtvervuiling in grote steden.
Caroline Klaver
Hoogleraar genetica en epidemiologie van oogziekten aan het Erasmus MC en het Radboudumc
Caroline Klaver doet epidemiologisch onderzoek op het grensvlak van genetica en de oogheelkunde. Ze heeft met eigen studies en grootschalige en multi-disciplinaire samenwerkingen genen en leefstijlfactoren ontdekt die leeftijdsgebonden maculadegeneratie, myopie, glaucoom, en retinale dystrofieen veroorzaken - ziekten die blindheid met zich meebrengen. Klaver werkt aan het vertalen van haar onderzoeksresultaten naar interventies en adviezen, zoals leefstijladviezen tegen maculadegeneratie, of de 20-20-2-regel om bijziendheid bij kinderen te voorkomen: na 20 minuten schermwerk moet je 20 seconden in de verte kijken, en daarnaast minstens 2 uur buiten besteden. Deze regel ging viraal, en helpt ouders en docenten bij het beschermen van het gezichtsvermogen van kinderen. Klaver verschijnt regelmatig op televisie en in de pers, en zette publiekswebsites op over bijziendheid en maculadegeneratie.
Gijsje Koenderink
Hoogleraar biologische zachte materie aan de Technische Universiteit Delft
Gijsje Koenderink is een specialist in de natuurkunde van levende cellen en weefsels, en combineert natuurkunde, scheikunde en materiaalkunde met biologie. Zo kan ze de rol van mechanische krachten op cellen en weefsels onderzoeken. Ze wil begrijpen hoe cellen en weefsels aan de ene kant mechanisch sterk kunnen zijn, maar tegelijkertijd ook actief van vorm kunnen veranderen. Uiteindelijk kan fundamenteel inzicht in deze vragen leiden tot begrip over de oorzaak van ziektes als kanker en fibrose. Ook is Koenderink een pionier in de synthetische celbiologie, waarbij het doel is om een cel te bouwen uit niet-levende onderdelen. Binnen het Zwaartekrachtsprogramma Building a Synthetic Cell werkt ze aan de constructie van kunstmatige membranen die kunnen groeien en zichzelf kunnen delen.
Vanessa Mak
Hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden
Vanessa Mak is een privaatrechtjurist die onderzoek doet op het gebied van contractenrecht, met een focus op consumentenrecht in de Europese markt. Bijzonder is dat ze het recht niet alleen als systeem op zichzelf bestudeert, maar interdisciplinair als onderdeel van marktordening en rechtspolitieke keuzes. Zij onderzoekt manieren waarop het consumentenrecht de relaties tussen bedrijven en consumenten kan ondersteunen in het licht van maatschappelijke ontwikkelingen op het terrein van digitalisering en duurzaamheid. Ook onderzoekt Mak processen van rechtsvorming waarbij private partijen eigen regelgeving ontwikkelen in de vorm van contracten en gedragscodes, zoals bijvoorbeeld bij online platforms. Wie maakt in dat geval de regels en hoe kan daarbij rekening gehouden worden met nationale of Europese wetgeving en vooral met consumenten zelf? Mak heeft hierover toonaangevende monografieën en artikelen geschreven.
Sera Markoff
Hoogleraar theoretische hoge-energie astrofysica aan de Universiteit van Amsterdam
Sera Markoff is een wereldleider op het gebied van zwarte gaten. Ze speelde een belangrijke rol bij het maken van de eerste beelden van zwarte gaten. Ze onderzoekt vooral hoe ze materie opvangen en kanaliseren tot nieuwe vormen, zoals krachtige stralen van deeltjes en magnetische velden, zogenaamde jets. Haar werk aan het superzware zwarte gat in het centrum van onze Melkweg leidde tot nieuwe inzichten, bijvoorbeeld over de invloed die zwarte gaten hebben op de sterrenstelsels om zich heen. Ook kon Einsteins Algemene Relativiteitstheorie hierdoor op nieuwe manieren getest worden. Markoffs idee dat röntgenstraling en hoog-energie deeltjes ook bij de oorsprong van de jets kunnen ontstaan werd aanvankelijk niet serieus genomen, maar is nu breed geaccepteerd. Ze blinkt uit outreach-activiteiten, waarbij ze het publiek en vooral meisjes en minderheden probeert te betrekken bij bèta-onderzoek, onder ander door een leermodule voor kinderen met een migratie-achtergrond met aandacht voor middeleeuwse Arabische wetenschap.
Jan van Neerven
Hoogleraar wiskunde aan de Technische Universiteit Delft
Jan van Neerven heeft fundamentele wiskundige bijdragen geleverd aan de functionaalanalyse en haar toepassingen, in het bijzonder de theorie van stochastische partiële differentiaalvergelijkingen. Zulke vergelijkingen beschrijven systemen die onderhevig zijn aan toevalsprocessen en vinden toepassingen in de natuurkunde, werktuigbouwkunde, biologie, klimaatwetenschap, en economie. Van Neerven ontwikkelde een populaire open source internetcursus over dit onderwerp en schreef meedere standaardwerken over zijn vakgebied. Van Neerven is een uitstekend docent en communicator, die ook in de in de algemene pers naar voren treedt.
Herman Paul
Hoogleraar geschiedenis van de geesteswetenschappen aan de Universiteit Leiden
Herman Paul doet onderzoek op het snijvlak van geschiedenis, filosofie en wetenschapsethiek. Opgeleid als geschiedfilosoof, schreef hij een belangrijk boek over Hayden White en ontwikkelde hij een conceptueel instrumentarium om te onderzoeken hoe mensen zich verhouden tot hun verleden. Ook schreef hij programmatische artikelen over wetenschappelijke ‘deugden’ en ‘personae’, die door collega’s wereldwijd zijn opgepikt. In zijn huidige onderzoek maakt Paul deze concepten vruchtbaar voor de geschiedenis van de geesteswetenschappen. Terwijl methoden en technieken vaak per discipline en periode verschillen, brengt onderzoek naar eigenschappen van goede wetenschappers zowel kruisbestuivingen tussen vakgebieden als historische continuïteiten aan het licht.
Mladen Popović
Hoogleraar Oude Testament en Antiek Jodendom aan de Rijksuniversiteit Groningen
Mladen Popović heeft een wereldwijde reputatie als kenner van de Dode Zeerollen, ontdekt in grotten in de woestijn bij Qumran ten noordwesten van de Dode Zee. Ze bevatten onder andere bijbelteksten. Popović combineert in samenwerking met andere wetenschappers handschriftanalyse, kunstmatige intelligentie en natuurwetenschappelijke methoden zoals koolstof-14-datering om handschriften te dateren met tot dan toe onmogelijke precisie, waarbij zelfs afzonderlijke schrijvers onderscheiden kunnen worden. Zo weet hij de voor-Christelijke, Joodse gemeenschap van Qumran te plaatsen binnen de schrijf- en leesculturen en de denkwerelden van het Hellenistische en Romeinse Nabije Oosten. Zijn aanpak heeft geleid tot een paradigmaverschuiving in de handschriftkunde, bijbelwetenschap en ook de geschiedenis van het Jodendom, en kan ook gebruikt kan worden voor andere historische vakgebieden.
Floris Rutjes
Hoogleraar organische scheikunde aan de Radboud Universiteit
Floris Rutjes is een scheikundige, gespecialiseerd in organische synthese: het op maat maken van organische moleculen. Hij ontwikkelde nieuwe efficiënte en milieuvriendelijke synthesemethoden, door gebruik te maken van nieuwe katalysatoren en enzymen en combinaties daarvan. Zo kunnen bijvoorbeeld complexe geneesmiddelen efficiënter, goedkoper en zuiverder geproduceerd worden. Vaak worden zulke syntheses in verschillende stappen uitgevoerd, waarbij de producten tussen de stappen gescheiden en gezuiverd moeten worden. Rutjes droeg ook al in een vroeg stadium bij aan de ontwikkeling van microreactoren: kleine chemische reactievaten waarin de verschillende stappen in één systeem plaatsvinden. Rutjes heeft meer dan 25 patenten op zijn naam en is mede-oprichter van vier bedrijven.
Tamar Sharon
Hoogleraar filosofie, digitalisering en samenleving aan de Radboud Universiteit
Tamar Sharon is filosoof en pionier in onderzoek naar de ethische implicaties van digitalisering, en legt verbanden met sociologische en economische vraagstukken. Haar onderzoek richt zich op de vraag hoe digitale technologie fundamentele waarden destabiliseert, en hoe deze disruptie bijgestuurd kan worden. Haar onderzoeksproject over de googlization of health heeft internationaal de aandacht gevestigd op de rol van techbedrijven op het gebied van gezondheid, zorg en medisch onderzoek. Sharon is lid van talrijke adviesraden, onder andere voor de Europese Commissie, die ze adviseert waar ethische, maatschappelijke en fundamentele rechten en nieuwe technologie en wetenschap elkaar kruisen
Caroline Slomp
Hoogleraar geomicrobiologie en biogeochemie aan de Radboud Universiteit en hoogleraar mariene biogeochemie aan de Universiteit Utrecht
Caroline Slomp doet onderzoek naar de biogeochemie en de microbiologie van de zee, en onderzoekt de cycli van elementen zoals koolstof, zuurstof, stikstof en metalen in het zeewater, inclusief de wisselwerking met het leven in zee. Slomp gaat daarvoor de zee op in onderzoeksexpedities, maar doet ook laboratoriumonderzoek en simulaties met computermodellen. Ze heeft baanbrekende bijdragen geleverd aan het begrijpen van processen in zuurstofarme zeeën zoals de Oostzee, de Zwarte Zee en het Grevelingenmeer. Zo kan bijvoorbeeld het sterke broeikasgas methaan ontstaan door verrotting van organische resten, maar door organismen ook weer opgenomen worden. Methaan dat in de atmosfeer terechtkomt heeft een groot aandeel in de klimaatverandering, die op zijn beurt weer de zeeën beïnvloedt. Onderzoek als dat van Slomp is van belang voor het beschermen en of herstellen van zee-ecosystemen, en het begrip en de omgang met klimaatverandering.
Lieven Vandersypen
Hoogleraar quantum nanowetenschappen aan de Technische Universiteit Delft
Lieven Vandersypen heeft verschillende doorbraken gerealiseerd in het domein van quantumcomputers. Een quantumcomputer kan bepaalde berekeningen veel sneller uitvoeren dan gewone computers. Vandersypen liet zien dat dat principe ook in werkelijkheid werkt, door het in moleculen uit te voeren. Die toepassing van het zogeheten Shor-algoritme kwam neer op de berekening 15 = 3 x 5. De aanpak met moleculen kan echter niet opgeschaald worden naar complexere systemen, maar dat kan wel met andere types quantumbits of qubits: dat zijn de informatieverwerkende eenheden van quantumcomputers, vergelijkbaar met bits in een gewone computer die een 1 of een 0 kunnen opslaan. Vandersypen heeft verschillende zulke quantumbits ontwikkeld die wel schaalbaar zijn en de potentie hebben om een bruikbare quantumcomputer op te leveren. Vandersypen is wetenschappelijk directeur van het onderzoeksinstituut QuTech, waarvan hij ook een van de oprichters was.
René Veenstra
Hoogleraar sociologie, in het bijzonder de sociale ontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen
René Veenstra verricht baanbrekend onderzoek naar prosociaal en antisociaal gedrag, met een focus op de rol van sociale netwerken en normen. Hij ontwikkelde een vernieuwend perspectief op pesten waarbij pesten niet langer wordt gezien als een geïsoleerd probleem van individuen, maar als een dynamiek binnen sociale netwerken waarin iedereen een rol kan spelen. Ook toonde hij aan dat pesters niet eenvoudigweg onaangepaste kinderen zijn, maar veelal strategisch streven naar status en affectie. Deze verschuiving in perspectief heeft geleid tot een nieuwe benadering van pestpreventie, waarbij de focus ligt op het veranderen van de norm in de sociale omgeving in plaats van het straffen van pesters. Veenstra was betrokken bij de implementatie en evaluatie van het effectieve anti-pestprogramma KiVa in Nederland en speelde een essentiële rol in de opzet van langlopende studies naar de sociale ontwikkeling van jongeren. Met veel enthousiasme deelt hij zijn kennis over sociale netwerken en mechanismen van pesten met leraren, ouders, kinderen en een breder publiek. Zijn onderzoek draagt aanzienlijk bij aan het bevorderen van positieve sociale interacties en heeft een grote maatschappelijke impact.
Buitenlands lid
Berend Smit
Hoogleraar scheikunde en scheikundige technologie aan de Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne
Berend Smit ontwikkelde simulatiemethoden voor belangrijke chemische processen waarbij nano-poreuze materialen gebruikt worden. Om deze nano-poreuze materialen te begrijpen en te simuleren, zijn de absorptie- en transporteigenschappen van de moleculen in zulke nano-poreuze materialen nodig. Maar die konden niet of nauwelijks berekend worden, totdat Smit daarvoor compleet nieuwe simulatiemethoden ontwikkelde. Smits onderzoek heeft zo het begrip en het doelgericht ontwerp van nano-poreuze materialen mogelijk gemaakt. Toepassingen liggen onder andere in het afvangen van het broeikasgas CO2 en andere chemische technologieën die nu van groot belang zijn voor het klimaat.
De circa 600 leden van de KNAW zijn vooraanstaande wetenschappers uit alle disciplines. Een lidmaatschap is voor het leven. Op maandag 30 september worden de nieuwe Akademieleden geïnstalleerd.