Path

/documenten-en-regelingen-knaw/hooglerarenbeleid-knaw

Publish date
Components
Content

Uitgangspunten en procedures voor benoemingen van KNAW-onderzoekers op bijzondere leerstoelen en onbezoldigde benoemingen op gewone leerstoelen

Inleiding

Succesvolle wetenschap is in toenemende mate afhankelijk van samenwerkingsverbanden. De KNAW streeft dan ook naar sterke strategische samenwerkingsverbanden tussen haar instituten, universiteiten en andere kennisinstellingen. Benoemingen van KNAW-onderzoekers op leerstoelen is een gangbare manier om de samenwerking met universiteiten vorm te geven en verder uit te bouwen.

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) maakt een onderscheid tussen gewone leerstoelen en bijzondere leerstoelen.

  1. Bijzondere leerstoelen worden gevestigd door een buitenuniversitaire rechtspersoon, zoals de KNAW, conform artikel 9.53 van de WHW (‘leerstoel vanwege <naam organisatie>‘). Bij benoemingen op een bijzonder leerstoel is geen sprake van een universitaire aanstelling.
  2. Gewone leerstoelen zijn leerstoelen die in stand gehouden worden door een universiteit. Gewone hoogleraren worden benoemd door het College van Bestuur (CvB) van de betrokken universiteit en benoemingen gaan gepaard met een aanstelling. Sommige universiteiten hebben verschillende ‘typen’ gewone leerstoelen en hoogleraarschappen zoals: persoonlijke leerstoelen (WUR), buitengewone leerstoelen (WUR), universiteitshoogleraren (onder andere UU, UvA en VU) en honorair hoogleraren (RUG).

Onderzoekers van de KNAW kunnen benoemd worden op een gewone leerstoel of op een bijzondere leerstoel, gevestigd door de KNAW of door een derde partij. Benoemingen van KNAW-onderzoekers op gewone leerstoelen zijn doorgaans onbezoldigd waarbij de hoogleraar een hoogleraarsovereenkomst [noot 1] sluit met de universiteiten en de aanstelling aan de KNAW intact blijft (hierna ‘onbezoldigde gewoon hoogleraar’). Het type gewoon hoogleraarschap is mede afhankelijk van het hooglerarenbeleid van de betrokken universiteit. In alle gevallen is het van belang dat de KNAW voldoende invloed heeft op de borging van de kwaliteit van de kandidaten en procedures. Uitzondering vormen benoemingen op gewone leerstoelen waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, deze blijven hier verder buiten beschouwing.

Dit document beschrijft de uitgangspunten van het hooglerarenbeleid van de KNAW opdat de kwaliteit van de benoemingsprocedures, de kandidaten, het onderzoek en onderwijs binnen de leerstoelen en de samenwerking met universiteiten is gewaarborgd. De stappen die doorlopen moeten worden bij het vestigen van leerstoelen en het (her)benoemen van kandidaten hierop, zijn opgenomen in de bijlage van dit document.

Uitgangspunten hooglerarenbeleid KNAW

  1. Benoeming van een KNAW-onderzoeker op een leerstoel dient gemotiveerd te zijn door een aanmerkelijk wetenschappelijk belang

Het wetenschappelijk belang van de benoeming van een KNAW-onderzoeker op een leerstoel staat voorop. De leerstoel heeft als doel om een bestaande samenwerking verder te verdiepen en het betreffende onderzoeksthema te versterken. De leerstoel moet zowel bijdragen aan de uitvoering van het onderzoeksprogramma van het KNAW-instituut als de uitvoering van het onderwijs [noot 2]- en onderzoeksprogramma van de universiteit, en ten goede komen aan het vakgebied als geheel. Het benoemen van KNAW-onderzoekers op leerstoelen is een middel voor instituten om invulling te geven aan een nationale, verbindende rol.

Het verwerven van een hoogleraarspositie is geen doel op zich van een onderzoeksloopbaan bij de KNAW. In het kader van talentbeleid/ontwikkeling kan een benoeming als hoogleraar wel bijdragen aan het verbreden van iemands ervaringen en horizon. Voor een succesvol verloop van het hoogleraarschap is het voor alle betrokkenen cruciaal dat vooraf duidelijk is dat beoogde kandidaten (ruimschoots) voldoet aan de voor betreffende leerstoel vereiste kwalificaties.

  1. Werknemers van de KNAW mogen een leerstoel bezetten indien ze voldoen aan de vereisten van benoembaarheid

Het uitgangspunt is dat een kandidaat professorabel is. Het is van belang dat de benoemingsadviescommissie of het toezichthoudend orgaan van de leerstoel objectieve benoembaarheidseisen formuleert in lijn met de eisen die gebruikelijk zijn voor het vakgebied. Als de beoogde hoogleraar (nog) niet professorabel is, kan een alternatieve vorm worden gezocht om de samenwerking in gang te zetten zoals een tijdelijke benoeming als gastonderzoeker bij de universiteit.

  1. Met het bestuur van de KNAW [noot 3] wordt vroegtijdig overleg gevoerd over initiatieven die kunnen leiden tot een hoogleraars(her)benoeming van een KNAW-onderzoeker

Vanwege het strategische belang moet het bestuur van de KNAW vroegtijdig betrokken worden door de directeur van het KNAW-instituut over mogelijke hoogleraars(her)benoemingen, dus al vóórdat bij de samenwerkingspartner of beoogd leerstoelhouder verwachtingen worden gewekt of verplichtingen aangegaan. Ook voornemens tot herbenoemen dienen aan het KNAW-bestuur voorgelegd te worden voordat de herbenoemingsprocedure start.

  1. Het bestuur van de KNAW ziet toe op het functioneren van de hoogleraar

Indien een KNAW-onderzoeker voor een deel van zijn/haar tijd beschikbaar stelt om de taken van bijzonder of onbezoldigd gewoon hoogleraar te vervullen, is het de facto de KNAW die de leerstoel (mede)financiert. Onder andere vanuit dit perspectief is het daarom meer dan redelijk dat de KNAW betrokken is bij (her)benoemingsprocedures.

  • Bij bijzondere leerstoelen treedt een toezichthoudend orgaan (afhankelijk van betrokken universiteit Curatorium, Raad van Toezicht of Commissie van Toezicht genoemd) op als het bevoegd gezag van de leerstoel. Dit toezichthoudende orgaan vervangt binnen de hiërarchische lijn de rol van zowel de decaan als het hoofd van de betreffende onderzoekseenheid bij de universiteit [noot 4]. Indien KNAW-onderzoekers worden benoemd op bijzondere leerstoelen worden in een reglement van de leerstoel en/of de overeenkomst tussen de universiteit en de KNAW expliciete afspraken vastgelegd ten aanzien van de jaarlijkse verslagen van werkzaamheden en de evaluatie van het functioneren met het oog op een eventuele herbenoeming.
  • Bij gewone leerstoelen is er geen sprake van een toezichthoudend orgaan. Het functioneren van gewone hoogleraren en de ontwikkeling van gewone leerstoelen is onderworpen aan de reguliere evaluatie- en beoordelingsprocedures die gelden binnen universiteiten. Bij benoemingen van KNAW-onderzoekers op gewone leerstoelen waarbij de universitaire benoeming onbezoldigd is en het dienstverband met de KNAW onaangetast blijft, hecht de KNAW aan een geformaliseerde rol bij de benoemingprocedure van de hoogleraar. Bij een benoeming voor bepaalde tijd dienen duidelijke specifieke afspraken te worden gemaakt tussen KNAW en universiteit ten aanzien van de evaluatie van het functioneren met het oog op een eventuele herbenoeming.

Het functioneren van leerstoelhouders op zowel gewone als bijzondere leerstoelen wordt periodiek binnen het eigen instituut tegen het licht gehouden.

  1. Het toezichthoudend orgaan van de leerstoel heeft ten minst één door het bestuur van de KNAW aangewezen lid en heeft een diverse samenstelling

De KNAW hanteert als uitgangspunt dat ten minste één, door het bestuur van de KNAW aangewezen lid dat werkzaam is op het vakgebied, zitting heeft in het toezichthoudend orgaan van leerstoelen waar een KNAW-onderzoeker op wordt benoemd. Als regel zal dat een lid van het KNAW-genootschap zijn. Daarmee wordt beoogd de belangen van het wetenschapsgebied gescheiden te houden van de belangen van het KNAW-instituut. Indien er geen geschikte kandidaten binnen het genootschap zijn, kan ook een andere, door het KNAW-bestuur aangewezen onderzoeker deze taak vervullen, maar niet de direct leidinggevende van de hoogleraar of de KNAW-instituutsdirecteur.

Wat betreft de samenstelling van het toezichthoudend orgaan hanteert de KNAW verder het uitgangspunt dat deze zo breed en divers mogelijk is. Leden van het toezichthoudend orgaan wordt decharge verleend maximaal vijf jaar na de datum waarop zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken of vijf jaar na de datum van eervol ontslag.

  1. Benoemingen van KNAW-onderzoekers op leerstoelen zijn voor periodes van 5 jaar

De KNAW kiest er in beginsel voor om een KNAW-onderzoeker voor termijnen van 5 jaar ter beschikking te stellen voor het vervullen van hoogleraarstaken op dezelfde leerstoel. Dit geldt zowel voor benoemingen van KNAW-onderzoekers op bijzondere leerstoelen als onbezoldigde benoemingen op gewone leerstoelen. Door een periodieke evaluatie, volgens afspraken als bedoeld in artikel 3, kan de KNAW de kwaliteit waarborgen van het onderzoek en onderwijs binnen de leerstoel en van de samenwerking met de universiteit. Aan het eind van elke termijn vindt er een evaluatie plaats van het functioneren van de hoogleraar en van de leerstoel op basis waarvan de KNAW besluit of de medewerker opnieuw ter beschikking wordt gesteld en de betrokken universiteit besluit over (instemming met) herbenoeming.

  1. Afspraken rondom de benoeming worden vastgelegd in een reglement

Betrokken organisaties maken afspraken over de samenwerking die worden vastgelegd in het reglement van de leerstoel. Zaken waarover afspraken kunnen worden gemaakt zijn onder andere: taken hoogleraar, financiële bijdragen, verdeling of herinvestering van promotiepremies en/of andere revenuen, de jaarlijkse rapportages van werkzaamheden en de evaluatie. Het reglement bevat tevens de samenstelling van het toezichthoudend orgaan van de leerstoel, indien van toepassing.

  1. KNAW-onderzoekers kunnen bij verschillende universiteiten hoogleraar zijn

Een onderzoeker kan in uitzonderlijke gevallen in staat worden gesteld actief te zijn op meer dan één leerstoel zolang de directeur van het KNAW-instituut en het bestuur van de KNAW dit in het belang achten van het (onderzoeksprogramma van het) instituut.

Bijlagen

Bijlage 1: Hoogleraarsbenoemingen stap voor stap

Bijlage 2: Inhoud vestigingsverzoek

    Noten

    [1] Tot 1 januari 2020 kregen onbezoldigde hoogleraren vaak een nul-aanstelling. Na invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) is dit niet meer mogelijk. De meeste universiteiten hebben dit opgelost door de onbezoldigde aanstelling per 1 januari 2020 om te zetten in een gastvrijheidsovereenkomst of hooglerarenovereenkomst. In sommige gevallen is er voor gekozen de gewone leerstoel om te zetten in een bijzondere leerstoel.

    [2] De KNAW vindt het van belang dat onderwijs deel uit maakt van de taken van de hoogleraar die op de leerstoel wordt benoemd om de verwevenheid van onderwijs en onderzoek in Nederland te versterken en KNAW-onderzoekers de kans te geven zich te ontwikkelen op het gebied van onderwijs .

    [3] In de praktijk verleent het KNAW-bestuur de president en vicepresidenten mandaat om (her)benoemingen af te handelen in overleg met de portefeuillehouder van het instituut in het bestuur; uitzonderingen hierop zijn mogelijk.

    [4] Ter vergelijking: Voor gewone hoogleraren – met een dienstverband bij de universiteit – loopt de hiërarchische lijn vanaf het CvB via de decaan en het hoofd van de betreffende onderzoekseenheid bij de universiteit naar de hoogleraar.

    Content

    Bijlage 1: Hoogleraarsbenoemingen stap voor stap

    Inleiding

    Dit document beschrijft stap voor stap de procedure voor het vestigen van leerstoelen en het (her)benoemen van kandidaten hierop. Dit is een bijlage van het document ‘Hooglerarenbeleid KNAW’ dat de uitgangspunten van het hooglerarenbeleid van de KNAW bevat. Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, blijven in deze notitie en dit document buiten beschouwing.

    De procedures voor het vestigen van leerstoelen en het (her)benoemen van kandidaten zijn complex en verschillen per universiteit. Het is dan ook van groot belang dat de KNAW over elke benoeming heldere afspraken maakt met de betrokken universiteit. De betrokken partijen moeten daarbij oog hebben voor elkaars belangen, zowel op het wetenschappelijke als bedrijfsmatige vlak. Elke benoeming vraagt om zorgvuldige afstemming tussen het beleid en de procedures van de KNAW en die van de betrokken universiteit. Instituutsdirecteuren en toezichthouders kunnen bij vragen de afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-bureau) raadplegen.

    Vestigen leerstoel en benoeming

    De procedure voor vestiging van een leerstoel staat in principe los van de benoeming van de hoogleraar, waarbij de vestigingsprocedure voorafgaat aan de benoemingsprocedure. In het geval van bijzondere leerstoelen vanwege de KNAW zal er meestal een beoogd kandidaat zijn en loopt de procedure van vestiging van de leerstoel en benoeming van de hoogleraar zo goed als parallel. Het is echter niet vanzelfsprekend dat het hooglerarenbeleid van een universiteit ruimte biedt voor een gesloten werving van een hoogleraar. Dit zal per geval met de betreffende universiteit in een vroeg stadium moeten worden besproken.

    Het toezichthoudend orgaan

    Op bijzondere leerstoelen wordt toezicht gehouden door een college van curatoren, ook wel curatorium, Raad van Toezicht of Commissie van Toezicht genoemd. De taken van dit toezichthoudend orgaan zijn:

    • het profiel van de nieuwe leerstoel opstellen of vaststellen;
    • voordracht voor benoeming van een hoogleraar doen;
    • toezicht houden op het functioneren van de hoogleraar;
    • de leerstoel en leerstoelhouder tenminste een keer per vijf jaar evalueren.

    Bij sommige universiteiten wordt voor de eerste twee taken een Benoemingsadvies commissie (BAC) benoemd. Na benoeming van de kandidaat wordt de BAC decharge verleend en wordt voor de twee laatstgenoemde taken een toezichthoudend orgaan benoemd. Indien sprake is van gesloten werving wenst de KNAW zowel vertegenwoordigd te zijn in de BAC als in het toezichthoudend orgaan van de leerstoel.

    Beloning van KNAW-onderzoekers die benoemd zijn als hoogleraar:

    Een benoeming van een KNAW-onderzoeker op een gewone of bijzondere leerstoel zonder aanstelling bij de universiteit heeft geen directe gevolgen voor de arbeidsvoorwaarden bij de KNAW. Een benoeming kan aanleiding zijn om namens KNAW een toelage voor de duur van de benoeming toe te kennen. Hierbij is paragraaf 2.2.1 van de mandatenregeling KNAW van toepassing [noot 1].

    Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, blijven in deze notitie buiten beschouwing. In dat geval bespreekt de universiteit de arbeidsvoorwaarden met betrokkene.

    Over het gebruik van faciliteiten bij de universiteit, onkostenvergoedingen etc. worden door instituut en faculteit afspraken gemaakt die worden vastgelegd, zie hieronder in bijlage 2.

    Leeswijzer

    In deze richtlijn wordt eerst ingegaan op de belangrijkste stappen die leiden tot de vestiging van een bijzondere leerstoel en de benoeming van een KNAW-onderzoeker als bijzonder hoogleraar vanwege de KNAW of vanwege een derde rechtspersoon die de leerstoel vestigt. Vervolgens wordt ingegaan op de onbezoldigde benoeming van een KNAW-onderzoeker als gewoon hoogleraar. Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijd aanstelling bij de KNAW, blijven in deze notitie buiten beschouwing.

    Het vestigen van bijzondere leerstoelen vanwege de KNAW en het daarop benoemen van hoogleraren

    De procedure voor de vestiging van een bijzondere leerstoel vanwege de KNAW en de benoeming van een kandidaat daarop, verloopt idealiter als volgt:

    1.  Decaan [noot 2] of Directeur KNAW-instituut. Decaan polst de directeur van het KNAW-instituut of er interesse bestaat in het verdiepen van de bestaande wetenschappelijke samenwerking door middel van het vestigen van een bijzondere leerstoel. Het is ook mogelijk dat de directeur van het KNAW-instituut het initiatief neemt en de faculteit benadert.
    2. Directeur KNAW-instituut informeert het bestuur van de KNAW [noot 3] vroegtijdig over het voornemen om een bijzondere leerstoel te vestigen bij universiteit X en licht het wetenschappelijk belang van de leerstoel toe én welke kandidaat het instituut op het oog heeft om de leerstoel te bezetten. De directeur van het instituut doet dit door middel van een email naar de afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau). Het Bureau stelt een korte oplegnotitie op met een toelichting bij het voorstel en eventuele opmerkingen en stuurt dit ter bespreking en instemming naar het KNAW-bestuur (WOBD).
    3. Bestuur KNAW stemt (in WOBD) in met het voorstel van het KNAW-instituut voor het vestigen van een bijzonder leerstoel en verzoekt het instituut het vestigingsverzoek verder uit te werken met de universiteit.
    4. Directeur KNAW-instituut vraagt de decaan van de faculteit om bij het CvB een vestigingsverzoek in te dienen om de KNAW bevoegd te verklaren om een leerstoel te vestigen. Indien relevant gaat dit vergezeld met de vraag of er bezwaar is tegen een gesloten werving. Het vestigingsverzoek wordt opgesteld conform het hooglerarenbeleid van de betreffende universiteit. Het vestigingsverzoek bestaat doorgaans uit een aanbiedingsbrief met een aantal bijlagen met toelichting (zie bijlage 2 voor meer informatie over de inhoud van het vestigingsverzoek).
    5. Directeur KNAW-instituut stuurt het concept vestigingsverzoek (inclusief conceptreglement) aan de afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau).
    6. Afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau) bespreekt de vertegenwoordiging van de KNAW in het toezichthoudend orgaan en benoemingsadviescommissie (BAC) [noot 4] met de directeur van het KNAW-instituut en de algemeen directeur KNAW.
    7. Afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau) toetst het concept vestigingsverzoek aan de uitgangspunten van het hooglerarenbeleid en op volledigheid, en stuurt het –zo nodig na overleg met de directeur van het KNAW-instituut - door naar het KNAW bestuur voor besluitvorming (in WOBD) met eventuele opmerkingen, toelichting en een voorstel voor KNAW-vertegenwoordiging in het toezichthouden orgaan en de benoemingsadviescommissie.
    8. Bestuur KNAW stemt in met het vestigingsverzoek inclusief reglement en samenstelling van het toezichthouden orgaan en van de BAC (in WOBD). De afdeling Forum Advies en Onderzoek of de directeur van het KNAW-instituut polst het beoogd lid voor het toezichthouden orgaan en benoemingsadviescommissie of hij/zij beschikbaar is. 
    9. CvB stemt in met het vestigingsverzoek waarmee het CvB bevestigt dat de KNAW de leerstoel mag vestigen bij de universiteit. Dit wordt ook wel de bevoegdverklaring genoemd. De leerstoel is hiermee gevestigd.
    10. CvB vraagt aan de decaan om de procedure voor benoeming in gang te zetten.
    11. Decaan stelt een Benoemingsadviescommissie (BAC) in.
    12. Benoemingsadviescommissie (BAC) stelt voordracht voor benoeming van de kandidaat-hoogleraar op. De BAC volgt de gebruikelijke procedures van de betreffende universiteit voor het opstellen van de voordracht. De BAC stuurt de voordracht naar zowel het faculteitsbestuur als het bestuur van de KNAW (via de afdeling Forum Advies en Onderzoek).
    13. Decaan raadpleegt de referenten/zusterfaculteiten [noot 5.] Indien niet alle referenten/zusterfaculteiten positief adviseren, vindt overleg plaats tussen de decaan en de rector vóór de voordracht.
    14. Afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau) toetst het dossier aan de uitgangspunten van het hooglerarenbeleid en op volledigheid, en stuurt het –zo nodig na overleg met de directeur van het KNAW-instituut - met eventuele opmerkingen en toelichting door naar het KNAW bestuur.
    15. Bestuur KNAW stemt in met de voorgenomen benoeming (in WOBD).
    16. Decaan legt het dossier met de voordracht voor aan het CvB.
    17. CvB stemt in met de voorgenomen benoeming van de kandidaat-hoogleraar en verzoekt de KNAW de kandidaat te benoemen.
    18. KNAW-bestuur benoemt per brief de kandidaat tot hoogleraar [noot 6]. Deze benoeming is normaal gesproken voor een periode van vijf jaar, maar in bijzondere gevallen – bijvoorbeeld bij personen die minder dan vijf jaar te gaan hebben tot hun pensionering – wordt daarvan afge­weken. Van een aanstelling van de bijzonder hoogleraar bij de universiteit is geen sprake.
    19. Decaan verleent na benoeming de BAC decharge (indien het toezichthoudend orgaan ook de voordracht heeft voorbereid, dan vervalt deze stap).
    20. KNAW of decaan stelt het toezichthoudend orgaan in (soms doet de decaan dit,  dit is afhankelijk van het beleid van de betreffende universiteit)

    De herbenoeming van bijzonder hoogleraren op leerstoelen vanwege de KNAW

    Het toezichthoudend orgaan legt verantwoording af aan (het bestuur van) de KNAW en aan de decaan. De voorzitter van het toezichthoudend orgaan stuurt verslagen en andere jaarlijkse rapportages door aan de decaan en het bestuur van de KNAW (via de afdeling Forum, Advies en Onderzoek van het bureau van de KNAW) met een kopie aan de directeur van het KNAW-instituut. Het functioneren van leerstoelhouder wordt periodiek binnen het eigen instituut tegen het licht gehouden.

    De procedure voor de herbenoeming van een hoogleraar die benoemd is op een bijzondere leerstoel vanwege de KNAW, verloopt idealiter als volgt:

    1. Afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau) checkt periodiek voor welke leerstoelen de evaluatie in gang moet worden gezet en bespreekt met de KNAW-instituutsdirecteur of herbenoeming gewenst is.
    2. Decaan of KNAW-instituutsdirecteur attendeert de voorzitter van het toezichthoudend orgaan op het naderende verstrijken van de termijn [voetnoot 7]  (minimaal zes maanden voordat benoemingsperiode afloopt). Indien het toezichthoudend orgaan is benoemd door de KNAW ligt het voor de hand dat de KNAW het initiatief neemt, In andere gevallen ligt het initiatief in principe bij de faculteit.
    3. Afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau) bespreekt met de KNAW-instituutsdirecteur of wijzigingen in het reglement gewenst zijn na eventuele herbenoeming, bijvoorbeeld in de samenstelling van het toezichthoudend orgaan. De afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW) herinnert de faculteit en het toezichthoudend orgaan dat de uitkomst van de evaluatie aan zowel faculteit als KNAW moet worden gezonden.
    4. Het toezichthoudend orgaan evalueert zowel de leerstoel als het functioneren van de leerstoelhouder aan de hand van verslagen van de hoogleraar. In de evaluatie beziet het toezichthoudend orgaan of er nog steeds sprake is van een aanmerkelijk wetenschappelijk belang van de leerstoel en of continuering van de bijzondere leerstoel dus gewenst is. Zo ja, dan is de vraag of het functioneren van de hoogleraar goed was en verlenging van de benoemingstermijn van de hoogleraar mogelijk en gewenst is.
    5. Het toezichthoudend orgaan adviseert de KNAW en (door tussenkomst van de decaan van de faculteit) het CvB van de universiteit.
    6. Afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-Bureau) stelt op basis van de evaluatie en in overleg met het instituut een notitie op voor het KNAW-bestuur waarin de KNAW besluit over te gaan tot continuering van de leerstoel en herbenoeming van de leerstoelhouder onder voorbehoud van instemming van het CvB. Ook eventuele wijzigingen in de samenstelling van het toezichthoudend orgaan of reglement worden voorgelegd voor besluitvorming.
    7. Bestuur KNAW stemt in met de voorgenomen herbenoeming (in WOBD).
    8. Decaan legt het dossier voor herbenoeming voor aan het CvB.
    9. CvB stemt in met de voorgenomen herbenoeming van de kandidaat-hoogleraar en verzoekt de KNAW de kandidaat te benoemen.
    10. KNAW-bestuur herbenoemt de kandidaat per brief tot bijzonder hoogleraar voor een volgende termijn.[noot 8]

    Bijzondere leerstoelen met als rechtspersoon een derde partij

    Het is ook mogelijk dat een onderzoeker van een KNAW-instituut wordt benoemd op een bijzondere leerstoel die is ingesteld door een derde partij. In dat geval is de rol van de KNAW primair het faciliteren van de bezetting van de leerstoel door een onderzoeker van het instituut. De hierboven beschreven procedures voor benoemingen en herbenoemingen op bijzondere leerstoelen vanwege de KNAW zijn ook in dit geval van toepassing met de volgende verschillen:

    • Bij het voorbereiden van de stukken voor vestiging van de leerstoel en benoeming van de hoogleraar is naast de universiteit en KNAW een derde partij betrokken, de rechtspersoon die de leerstoel vestigt;
    • Ook in deze situatie wenst de KNAW vertegenwoordigd te zijn in de benoemingsadviescommissie die de voordracht opstelt en in het toezichthoudend orgaan dat de leerstoel en leerstoelhouder evalueert;
    • Bij het opstellen van een reglement met de gemaakt afspraken is ook een derde partij, de rechtspersoon van de leerstoel, betrokken;
    • De derde partij is de rechtspersoon en benoemt [noot 9] dus de hoogleraar met instemming van het CvB van de universiteit en het KNAW-bestuur;
    • Na de periodieke evaluatie van het toezichthoudend orgaan is ook de derde partij als rechtspersoon betrokken bij het besluit over continuering van de leerstoel en over herbenoeming van de leerstoelhouder. Ook in deze situatie wil het KNAW-bestuur de evaluatie van het toezichthoudend orgaan ontvangen zodat een weloverwogen besluit kan worden genomen of de leerstoel nog past in de strategie van het instituut en of de KNAW-onderzoeker opnieuw beschikbaar wordt gesteld voor hoogleraarswerkzaamheden.

    Benoemingen van KNAW-onderzoekers op gewone leerstoelen

    Een benoeming van een KNAW-onderzoeker op een gewone leerstoel zal doorgaans een gastaanstelling zijn waarbij de hoogleraar een hoogleraarsovereenkomst sluit met de universiteit en waarbij de te benoemen hoogleraar zijn/haar dienstverband met de KNAW behoudt. Benoemingen op een gewone leerstoel waarbij er sprake is van een betaald dienstverband met de universiteit naast een betaalde deeltijdaanstelling bij de KNAW, blijven hier verder buiten beschouwing.

    In het geval dat een onderzoeker met een hoofdaanstelling bij een van de KNAW-instituten wordt benoemd als onbezoldigd gewoon hoogleraar zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing:

    • Als sprake is van een gesloten benoemingsprocedure waarvoor een KNAW-onderzoeker de enige kandidaat zal zijn, wenst de KNAW vertegenwoordigd te zijn in de BAC conform het vierde uitgangspunt in het document ‘Hooglerarenbeleid KNAW’;
    • De materiele en immateriële arbeidsvoorwaarden van de hoogleraar worden op papier gezet en worden in samenspraak met de KNAW vastgesteld;
    • Het benoemingsbesluit wordt voorafgaand aan de vaststelling door het CvB, ter goedkeuring voorgelegd aan de KNAW. Deze benoeming is normaal gesproken voor een periode van vijf jaar. De procedure voor herbenoeming wordt met de KNAW besproken voor of vlak na de benoeming;
    • Het functioneren van leerstoelhouders wordt periodiek binnen het eigen instituut tegen het licht gehouden.

    Afgezien van de in de randvoorwaarden omschreven rol van de KNAW, ligt de verantwoordelijkheid voor de benoemingsprocedure geheel bij de universiteit.

    Herbenoemingen van KNAW-onderzoekers op gewone leerstoelen

    De procedure voor de herbenoeming van een gewoon hoogleraar verschilt per universiteit en faculteit. De afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW) zal in overleg met het KNAW-instituut per geval bespreken wat de procedure is of dit navragen bij de betreffende faculteit.

    Voor herbenoeming van onderzoekers met een hoofdaanstelling bij een van de KNAW-instituten als onbezoldigd gewoon hoogleraar geldt het volgende:

    • Bij voorkeur evalueert de faculteit eens in de vijf jaar zowel de leerstoel als het functioneren van de leerstoelhouder. In de evaluatie wordt bezien of er nog steeds sprake is van een aanmerkelijke wetenschappelijk belang van de leerstoel en of het functioneren van de hoogleraar goed was en (bij benoeming voor bepaalde tijd) verlenging van de benoemingstermijn van de hoogleraar mogelijk en gewenst is;
    • Bij een benoeming voor bepaalde tijd bespreekt de faculteit de uitkomst van de evaluatie met het KNAW-instituut en het KNAW-bestuur of over wordt gegaan tot continuering van de leerstoel en of de leerstoelhouder wordt herbenoemd. Het KNAW-bestuur stemt vervolgens in met herbenoeming indien de leerstoel nog past in de strategie van het instituut en indien het KNAW-instituut de onderzoeker opnieuw beschikbaar wil stellen voor hoogleraarswerkzaamheden.
    • In sommige gevallen is sprake van structurele afspraken over leerstoelen tussen een KNAW-instituut en een universiteit en kan worden afgeweken van bovenstaande gang van zaken.

    Ten slotte

    Casuïstiek uit het verleden laat zien dat de werkelijkheid soms ingewikkelder is dan blijkt uit bovenstaande leerstoelcategorisering en procedurebeschrijvingen. Instituutsdirecteuren en toezichthouders kunnen voor advies of bij vragen de afdeling Forum, Advies en Onderzoek van het KNAW-bureau raadplegen.

    De procedure zal op KNAW-internet beschikbaar worden gesteld.

    Noten

    [1] In paragraaf 2.2.1 van de mandatenregeling KNAW staat dat voorafgaande goedkeuring van de algemeen directeur vereist is voor “het toekennen van toelages, gratificaties en andere structurele of eenmalige emolumenten voor schaal 15 en verder dan wel voor beslissingen tot toekenningen die een bedrag van €5.000,- per keer of op jaarbasis te boven gaan.”

    [2] De WUR kent geen faculteiten. De rol van decaan wordt aan deze universiteit vervult door de directeur van een kenniseenheid.

    [3] In de praktijk verleent het KNAW-bestuur de president en vicepresidenten mandaat om (her)benoemingen af te handelen; uitzonderingen hierop zijn mogelijk.

    [4] Bij sommige universiteiten wordt eerst een benoemingsadviescommissie (BAC) ingesteld die het profiel en de voordracht opstelt. Het toezichthoudend orgaan treedt in dan pas in functie nadat de hoogleraar is benoemd. In andere gevallen is het toezichthoudend orgaan ook betrokken bij de benoeming van de kandidaat.

    [5] De faculteit raadpleegt afhankelijk van het hooglerarenbeleid van de betreffende universiteit ofwel de zusterfaculteiten van alle universiteiten in Nederland die actief zijn op het wetenschapsgebied van de leerstoel, ofwel het voorgeschreven aantal buitenlandse referenten. Deze stap is niet nodig indien de kandidaat al hoogleraar in Nederland is of is geweest.

    [6] Dit geldt voor alle algemene universiteiten en ook voor de Vrije Universiteit Amsterdam; aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden bijzonder hoogleraren benoemd door het CvB.

    [7] Soms vraagt de faculteit voorafgaand aan de evaluatie van de leerstoel en leerstoelhouder of de KNAW akkoord gaat met een herbenoeming voor een volgende periode. Indien de benoeming nog steeds past in het onderzoeksprogramma van het instituut en de directeur bereid is de onderzoeker voor een deel van zijn/haar werkzaamheden voor het instituut vrij te stellen, kan de KNAW-instituutsdirecteur instemmen met een herbenoeming onder voorbehoud van een positieve evaluatie van leerstoel en hoogleraar. Het bestuur van de KNAW ontvangt via de afdeling Forum, Advies en Onderzoek van het bureau van de KNAW een kopie van deze instemming

    [8] Dit geldt voor alle algemene universiteiten en ook voor de Vrije Universiteit Amsterdam; aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden bijzonder hoogleraren benoemd door het CvB.

    [9] Dit geldt voor alle algemene universiteiten en ook voor de Vrije Universiteit Amsterdam; aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden bijzonder hoogleraren benoemd door het CvB.

    Content

    Bijlage 2: Inhoud vestigingsverzoek

    Het vestigingsverzoek voor een leerstoel wordt opgesteld conform het hooglerarenbeleid van de betreffende universiteit. Het vestigingsverzoek moet wat het KNAW-bestuur betreft in ieder geval de volgende informatie bevatten:

    1. Type leerstoel (gewoon/bijzonder) en rechtspersoon
    2. Toelichting bij toegevoegde waarde en inbedding van leerstoel: beschrijving van het vakgebied, wetenschappelijk en maatschappelijk belang van de leerstoel, belang voor profiel universiteit, faculteit en KNAW-instituut, positionering in faculteit en KNAW-instituut;
    3. Naam en beschrijving profiel en vereisten van leerstoelhouder
    4. CV van beoogde kandidaat (indien gesloten werving) plus samenvatting van kwaliteiten van de kandidaat-hoogleraar in relatie tot de taken van de leerstoel;
    5. (Concept) Reglement met afspraken over:
      • Beschrijving taken hoogleraar,[noot 1] inclusief de omvang (in fte). Bij gewone leerstoel tevens de omvang van de aanstelling bij de universiteit in fte en de bezoldiging ja/nee en eventuele bezoldiging hoogleraar
      • Financiële bijdragen [noot 2]
      • Gebruik onderzoeksfaciliteiten
      • De inzet van ondersteunend personeel zoals technici en onderzoeksassistenten
      • Cofinanciering van geacquireerde onderzoeksprojecten [noot 3]
      • Huisvesting
      • Verdeling of herinvestering van promotiepremies [noot 4] en/of andere revenuen
      • De vermelding van affiliaties op publicaties
      • Eventuele afspraken over intellectueel eigendom
      • De jaarlijkse rapportages van werkzaamheden en de evaluatie
      • De samenstelling van het toezichthoudend orgaan [noot 5] van de leerstoel, indien van toepassing

    De meeste universiteiten hebben een modelreglement dat als basis kan dienen. De KNAW heeft ook een modelreglement opgesteld, dit is opvraagbaar bij de afdeling Forum Advies en Onderzoek (KNAW-bureau).

    Noten

    [1] De KNAW vindt het van belang dat onderwijs deel uit maakt van de taken. De KNAW hecht eraan dat taken voldoende zwaar zijn en dat de beoogde kandidaat goed in het profiel past.

    [2] Uitgangspunt is dat de bijdrage van de KNAW is beperkt tot de in kind inzet van de hoogleraar

    [3] Wanneer sprake is of zal zijn van gezamenlijk subsidieaanvragen is het gewenst per afzonderlijk project een aparte samenwerkingsovereenkomst op te stellen in aanvulling op het reglement

    [4] Het delen van de promotievergoeding is soms mogelijk indien dit vroegtijdig met de universiteit wordt besproken, vaak kunnen afspraken worden gemaakt om een deel van de promotiepremie te investeren in nieuwe (promotie)projecten.

    [5] De KNAW dient vertegenwoordigd te zijn in het toezichthoudend orgaan

    Template
    Overview page
    Domain