/nieuws/knaw-pleit-voor-landelijke-coordinatie-om-geneesmiddelen-sneller-bij-patient-te-krijgen
De Nederlandse kennis op het gebied van geneesmiddelenontwikkeling is te veel versnipperd. Wetenschappers lopen hierdoor vast wanneer ze hun ontdekking naar de patiënt willen brengen. Daarom moet er landelijke coördinatie komen om wetenschappers te ondersteunen en samenwerking te bevorderen. Zo wordt medicijnontwikkeling sneller en effectiever en krijgen patiënten beter toegang tot nieuwe therapieën. Daarvoor pleit de KNAW in een nieuw advies ’Meer efficiëntie door innovatie’.
Het proces van geneesmiddelenontwikkeling is kostbaar, vol hindernissen en vergt een lange adem, aldus het adviesrapport. Tussen het allereerste idee voor een nieuw medicijn tot het gebruik door een patiënt kan 15 jaar verstrijken. Daarbij kunnen soms 10 duizend andere kandidaat-medicijnen zijn afgevallen, waarvoor tot wel 2 miljard euro aan kosten gemaakt kunnen zijn. Innovatieve technieken hebben de afgelopen jaren nieuwe mogelijkheden gecreëerd op het gebied van geneesmiddelenontwikkeling. Toch leiden die niet altijd tot nieuwe therapieën, lagere kosten of snellere toegang voor de patiënt.
Waar kan het efficiënter?
In haar rapport inventariseert de KNAW waar het efficiënter kan: tijdens het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen, tijdens het testen van effectiviteit en veiligheid; en in het proces na markttoelating en gebruik door de patiënt. Daarbij gaat het rapport in op de mogelijkheden die de wetenschap biedt om deze stappen efficiënter te laten verlopen, zonder dat dit ten koste gaat van kwaliteit en veiligheid. Ook benadrukt het rapport het belang van een patiëntgerichte aanpak gedurende het hele traject van geneesmiddelenontwikkeling.
Volgens het rapport liggen er kansen die wetenschappers nu nog onvoldoende grijpen of niet kunnen grijpen. Die liggen bijvoorbeeld op het vlak van de ontwikkeling, validatie en implementatie van nieuwe methoden. Zo stelt het adviesrapport dat tijdens de vroege ontwikkelfase van medicijnen behoefte is aan modellen met een grotere voorspellende waarde voor de klinische praktijk. Ook kunnen real-world data slimmer worden gebruikt. En de wetenschap kan een belangrijke bijdrage leveren aan modellen voor eerlijke prijsbepaling.
Coördinerend expertisecentrum
Het advies pleit voor een open dialoog tussen wetenschappers, farmaceutische industrie en regelgevers. Een coördinerend expertisecentrum kan hierbij helpen. Doel van dat centrum moet zijn samenwerking te ondersteunen, richting te geven en besluitvorming te begeleiden. Dit coördinerende expertisecentrum kan de infrastructuur ontwikkelen die nodig is om het ontwikkelingstraject voor nieuwe therapieën soepeler te laten verlopen. Jaap Verweij, voorzitter van de adviescommissie: “In zo’n centrum kun je expertise bundelen, faciliteiten creëren en expertise eenvoudig toegankelijk maken voor alle betrokken partijen. Ook kan het ondersteuning bieden om nieuwe therapieën sneller beschikbaar te maken voor patiënten. Uiteindelijk zijn veilige, werkzame en toegankelijke nieuwe geneesmiddelen vaak letterlijk van levensbelang voor patiënten, en daarmee voor de hele samenleving.”
Presentatie
Het adviesrapport werd gepresenteerd tijdens een hybride bijeenkomst in het Trippenhuis op 5 oktober. Vertegenwoordigers uit de wetenschap, patiëntenverenigingen en beleid kwamen aan het woord over de problemen en kansen die zij signaleren. Tijdens een paneldiscussie bespraken ze welke stappen nodig zijn om de toegang tot nieuwe geneesmiddelen te verbeteren.