/nieuws/paardenbloem-evolueert-mee-met-hete-stad
Paardenbloemen uit de stad groeien beter in warme zomers en bloeien beter na zachte winters dan hun soortgenoten op het platteland. Dit blijkt uit onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) dat paardenbloemen uit het centrum van Amsterdam vergeleek met planten buiten de stad. Deze experimenten – gepubliceerd in de decembereditie van Evolution Letters – tonen aan dat paardenbloemen zich evolutionair aanpassen aan stadshitte.
Kunnen planten wennen aan leven in de stad? Steden verschillen enorm van de omliggende gebieden. Een van de grootste en meest consistente verschillen is de temperatuur. Stadscentra zijn vaak wel een paar graden warmer dan het platteland: dit staat bekend als het ‘stedelijk hitte-eiland’. Gebouwen en wegen houden veel warmte vast, en een gebrek aan groen en water versterkt dit temperatuurverschil. Hoe gaan planten om met deze hogere temperaturen? Hier was nog weinig over bekend. Maar zulke kennis is wél nuttig voor duurzame stadsplanning. Dit nieuwe onderzoek, in samenwerking met Naturalis, laat zien dat paardenbloemen uit steden beter tegen de warmte kunnen dan hun soortgenoten van het platteland.
Het onderzoek vergeleek paardenbloemen uit gebieden van meer tot minder bebouwd. Het onderzoeksteam trok vanuit het centrum van Amsterdam een lijn via de voorsteden naar het platteland en hierlangs verzamelde het paardenbloemzaden. “Het is een gradiënt van verstedelijking,” legt onderzoeker Yannick Woudstra uit. Bovendien letten Woudstra en collega’s bij deze lijn op de soort omgeving van de plant: is het een straat, berm, stadspark of grasland waar landbouwdieren op gehouden worden? Zo ging de vergelijking verder dan alleen stadse en plattelandse planten.
Meer informatie